De laatste wedstrijd van Jong Ajax was op 17 maart, ook thuis tegen Almere City (0-2). Ten opzichte van dat duel waren er drie nieuwe gezichten in de startende elf: Jermoumi, Tristan Gooijer en Amourricho van Axel Dongen.
Vos breekt de ban
Laatstgenoemde kreeg ook de eerste kans van de wedstrijd. Hij had een knappe dribbel in huis, passeerde een paar Dordrecht-spelers, maar vond de verkeerde kant van de paal. Na 21 minuten viel de goal alsnog: Vos schoot vanaf een meter of twintig binnen: 1-0.
Daarmee had Jong Ajax de verdiende voorsprong te pakken. De thuisploeg voerde de regie, zonder dat er overdreven veel grote kansen werden gecreëerd. Redelijk uit het niets viel na 35 minuten de gelijkmaker van Dordrecht, dat zich nog nauwelijks had laten zien. Tidjany Touré werkte binnen na een aanval van de bezoekers: 1-1.
Jong Ajax liet het er niet bij zitten en stelde nog voor rust orde op zaken. Jermoumi rondde een combinatie met Vos keurig af en bracht zijn ploeg hernieuwd aan de leiding.
De Graaff op zijn post
In de tweede helft was de eerste kans voor Dordrecht. Schuurman slaagde er echter niet in doelman Tom de Graaff te verschalken. Daarna waren twee kansen aan de Ajacieden niet besteed.
Jong Ajax bleef het initiatief houden, maar de marge van slechts één was natuurlijk link. Dat vond waarschijnlijk ook Aertssen, want de verdediger maakte in de 79e minuut aan de onzekerheid een einde. Hij kon de bal in de vijandelijke zestien aannemen en controleren, en vervolgens doeltreffend uithalen.
De wedstrijd was beslist, waardoor Jong Ajax zijn achtste seizoenszege kon gaan bijschrijven, maar de feestvreugde werd nog iets groter. In blessuretijd tekende Vos voor zijn tweede en Jong Ajax' vierde: 4-1.
Jong Ajax – FC Dordrecht 4-1 (2-1)
21. Vos 1-0
35. Touré 1-1
40. Jermoumi 2-1
79. Aertssen 3-1
90+3. Vos 4-1
Basisopstelling Jong Ajax: De Graaff; Jermoumi, Aertssen, Warmerdam, Gooijer (63. Idumbo Muzambo), Vos, Hlynsson, Fitz-Jim, Martha, Banel, Van Axel Dongen (77. Delgado)