De in Amsterdam geboren aanvaller speelde in een lichting die een aantal toekomstige sterren bevatte. In het seizoen 2005/2006 werd hij kampioen met de A1. Een elftal met teamgenoten als Jan Vertonghen en Toby Alderweireld, geleid door trainer Sonny Silooy.
Zijn 'late' komst naar Ajax had voor Poepon ook een positieve kant. "Ik heb wel een relaxte aanloop gehad naar mijn Ajax-tijd, want ik trainde daarvoor maar twee of drie keer per week. Ik heb niet echt iets gemist tijdens mijn jeugd, terwijl anderen veel meer hebben moeten laten. Maar doordat ik op relatief late leeftijd bij Ajax kwam, had ik een achterstand op technisch gebied."
Moeite met de druk
Poepon kwam van Zeeburgia direct in de A1 van Ajax te spelen. Een overstap die zijn leven compleet veranderde. "Ik voelde een enorme druk en wist eigenlijk niet goed hoe ik daarmee om moest gaan. Ik raakte al snel geblesseerd, iets wat volledig nieuw voor me was. Het was aanpoten voor me. Het ging opeens niet meer vanzelf, maar juist bergafwaarts. Blind was op dat moment naast de trainer van de A1 ook hoofd jeugdopleiding en zei: ‘Maak je geen zorgen, ik weet wat je kan en volgend jaar komt er hoe dan ook weer een kans’. Dat hielp me veel."
In zijn eerste jaar in de jeugdopleiding van Ajax speelde de Amsterdammer, mede vanwege veel blessureleed, vooral in de A2. "Ik speelde weinig in de A1 en vroeg aan Blind of ik met de A2 mee mocht doen. Zo kon ik in ieder geval minuten maken en mezelf laten zien. Ik heb daar veel gescoord en mijn visitekaartje afgegeven. Het was voor mij een bevestiging dat ik op de goede weg was. Ik wist dat ik het daaropvolgende seizoen klaar moest staan voor het echte werk, in de A1."
‘Sonny was zó grappig’
De A1 in het seizoen 2005/2006 werd getraind door Silooy. Een trainer met wie Poepon, net als met de rest van het team, goed overweg kon. "Sonny was zó grappig. Ik weet nog dat toen we kampioen werden ik eigenlijk geblesseerd was. Tijdens de kampioenswedstrijd zat ik wel op de bank, maar ik zou niet spelen omdat ik niet eens kon sprinten."
"We stonden al flink voor dus Sonny besloot om me toch te laten invallen. Hij zette me bewust aan de kant van zijn dug-out. Het enige wat ik kon doen was een beetje heen en weer lopen en praten met hem. Dit was echt een ‘Silooy-actie’ en het gaf ook aan hoe sterk onze band was. Er heerste een hele leuke sfeer in het team, voor een deel dankzij hem. Wanneer het nodig was sloeg hij met de vuist op tafel, maar gezelligheid stond voorop."
Poepon werd topscorer van het kampioenselftal en trok de kar samen met jongens als Vertonghen, Alderweireld, Vurnon Anita, Gregory van der Wiel en Siem de Jong. "Het niveau was heel hoog en het was echt een leuk jaar. Het verschil met het eerste was wel erg groot. Dat is een kwestie van volwassenheid. Als ik met het eerste mee mocht trainen, probeerde ik altijd extra op Angelos Charisteas en Klaas Jan Huntelaar te letten, dat was heel leerzaam."
Stiftje
Tijdens een trainingskamp met Ajax 1 beleefde Poepon een bijzonder moment. In De Lutte onder trainer Henk ten Cate mocht hij in een oefenwedstrijd invallen. De spits betrad het veld rond de 80e minuut, maar zijn bijdrage was maar kort. "We speelden tegen een amateurclub en ik kwam één-op-één met hun doelman. Omdat hij uit het doel kwam, wilde ik de bal stiften. Ik miste en werd in de 85e minuut alweer gewisseld. Ik weet nog dat ik wel kon huilen. Ze wilden van mij een killerspits maken, vertelden ze me later."
Ten Cate zag het uiteindelijk niet echt in Poepon zitten. "Ik scoorde veel en was zelfs topscorer in de competitie van het tweede. Mijn manager kwam Ten Cate tegen op een feestje en vroeg waarom hij me nooit opstelde. Zijn antwoord was: ‘Rydell is geen spits voor Ajax 1’. Dat was een fikse tegenvaller."
Tot een officieel debuut in het eerste elftal kwam het nooit. Poepon vertrok en speelde in de seizoenen die daarop volgden voor clubs die regelmatig vochten tegen degradatie. Na gespeeld te hebben voor Willem II, Sparta Rotterdam, De Graafschap, ADO Den Haag en NAC Breda verkaste Poepon naar het buitenland. "Mijn droom was altijd om in Engeland te spelen, of in Ajax 1. Toen ik in 2014 naar Valenciennes ging wist ik dat het realiseren van die twee dromen heel moeilijk ging worden. Ik wilde en wil profiteren van de kansen die zich voordoen, ook op financieel gebied."
Trainerspapieren
De toekomst is nog even ongewis voor Poepon, die momenteel voor het Turkse Boluspor uitkomt. "Ik sta open voor andere clubs en voel dat ik het profvoetbal lichamelijk nog goed aankan. Ik weet niet of ik trainer zou willen worden, maar ik wil sowieso de papieren halen om mezelf in ieder geval die kans te kunnen geven. Wat voor een trainer ik zou zijn? Ik denk een combinatie van Silooy en Ten Hag, afhankelijk van de leeftijd van mijn spelers. Ik zou een gezellige maar serieuze trainer willen zijn."