Zeegelaar ontwikkelde zich razendsnel in Amsterdam. Hij doorliep vanaf de B2 de verdere jeugdopleiding en maakte drie jaar na zijn komst zijn debuut in Ajax 1 onder Marco van Basten. Toch brak hij niet definitief door in het eerste; na een seizoen op huurbasis bij Excelsior werd Zeegelaar teruggezet naar Jong Ajax.
De Amsterdammer, die op dat moment in de aanval speelde, besloot zijn geluk in het buitenland te beproeven. Na een aantal minder opvallende seizoenen in Spanje en Turkije herpakte hij zichzelf in Portugal. Zeegelaar werd zelfs opgeroepen voor het Nederlands elftal en speelde met Sporting Portugal in de UEFA Champions League. Tegenwoordig voetbalt de dertiger bij het Italiaanse Udinese, waar hij nog steeds de vruchten plukt van zijn opleiding bij Ajax.
Van een cultuurshock was geen sprake voor Zeegelaar toen hij in 2006 Volendam verruilde voor Amsterdam. Toch merkte de aanvaller duidelijk verschil tussen FC Volendam en Ajax. "Ik ging opeens op tripjes en toernooitjes naar het buitenland, verbleef in mooie hotels, de kleding kreeg je op maat van de club. Dat zijn dingen die je dan echt waardeert. De grote namen die ik als jeugdtrainers heb gehad, vergeet ik ook niet zo snel. Die heb je ook niet overal."
Na twee jaar in de B’tjes kwam Zeegelaar in de A2 van Gery Vink terecht. De buitenspeler leerde veel en waardeerde zijn trainers enorm. "Bij Ajax had ik een hele goede band met de trainers. Vooral Vink gaf me veel vertrouwen. Ik weet niet hoe hij het deed, maar hij gaf je op een bepaalde manier een boost. Ik ging boven mijn eigen kunnen spelen. Voor mij was hij echt een hele fijne trainer. Hij gaf me echt een goed gevoel."
Het jaar daarop speelde de vleugelaanvaller in de A1 onder Frank de Boer. Voor Zeegelaar was dat de periode waarin alles in een stroomversnelling raakte. Vooral de mentaliteit van De Boer had een positieve impact op hem. "Kijk, hij is natuurlijk een voetballer die echt op een heel hoog niveau heeft gespeeld. Dat merk je wel. Ik denk dat ik daar de meest concrete lessen heb geleerd. Onder hem heb ik denk ik echt een extra les in winnaarsmentaliteit gekregen."
De buitenspeler voelde zich op zijn gemak in Amsterdam. Hij lag ook prima in de groep bij de A1. "Vooral met de jongens die ook uit Amsterdam kwamen, had ik toen een goede band. Neem bijvoorbeeld Jarchinio (Antonia, red.) en Timothy (Van der Meulen, red.). Dat waren jongens die ik buiten voetbal ook wel sprak."
Slechts twee maanden na zijn promotie naar de A1 van Ajax mocht Zeegelaar op 10 november 2008 zijn debuut voor Jong Ajax maken. Een kwartier voor tijd verving hij een van een blessure terugkerende Eyong Enoh. De vleugelspits scoorde gelijk. Jong Ajax-trainer Adrie Koster roemde zijn invalbeurt. Het zou een voorbode zijn van een (bijzonder) snel debuut in het eerste.
Debuut in Ajax 1
Twee dagen later verscheen Zeegelaar al aan de aftrap van de KNVB Beker-wedstrijd tegen zijn oude club: FC Volendam. "Van Basten haalde mij gelijk bij de selectie. Het was één keer meetrainen en ik deed mee. Het ging natuurlijk heel snel, van de A1 naar Jong, naar het eerste. Op dat moment was het echt een jongensdroom die uitkwam. Ik speelde toen links in de aanval, nota bene naast Luis Suárez. Mijn debuut is zeker het hoogtepunt van mijn carrière bij Ajax geweest."
Toch wist Zeegelaar de stijgende lijn niet door te zetten; hij kon dat jaar geen vaste plek in het eerste bemachtigen. De Amsterdammer speelde na het vertrek van Van Basten nog enige wedstrijden onder Martin Jol bij Ajax 1, maar de teller stokte op zes officiële duels. Na twee seizoenen, met wisselende prestaties en een verhuurperiode bij Excelsior, vertrok hij in 2011 bij Ajax.
Het stempel Ajax
Zeegelaar kan jaren na dato prima uitleggen waarom volgens hem een definitieve doorbraak bij Ajax is uitgebleven. "Als ik zo terugkijk zou ik tegen mezelf willen zeggen: ‘neem het allemaal wat serieuzer’. Natuurlijk was ik een jonge jongen, maar je moet alsnog leven voor de sport: echt leven voor voetbal."
Zijn goede gevoel over zijn beginperiode bij Ajax blijft desalniettemin overeind. "Aan het eind van de rit mag ik absoluut niet klagen. Ik zie het nu als een onwijs goede start voor de rest van mijn carrière. Het stempel Ajax draag je natuurlijk altijd met je mee. Het doet me echt goed dat ik dat jaar en de rest van de jeugdopleiding mee heb mogen maken. Ik ben een Amsterdammer, natuurlijk heeft dat iets speciaals voor me."
Na het hoofdstuk Ajax begon Zeegelaar aan een tocht door heel Europa. Het leidde hem langs Spanje, Turkije, een half jaar Engeland, Portugal, wederom Engeland, en Italië. Zijn periode bij Sporting Lissabon vormde achteraf een belangrijk kantelpunt in zijn carrière. Hij vond zichzelf opnieuw uit in Portugal als linkervleugelverdediger en ging hij met Sporting de Champions League in. Als beloning voor zijn harde werken werd hij in 2016 opgeroepen voor het Nederlands elftal.
"De eerste paar seizoenen in Spanje en Turkije waren met wisselend resultaat, maar ik heb toen in Portugal onwijs veel in mezelf geïnvesteerd. Dat is uiteindelijk een hele goeie stap voor mij geweest. De trainer bij Sporting Portugal, Jorge Jesus, haalde me ook naar linksback. Toen is het echt goed gaan lopen. Mijn oproep voor het Nederlands elftal was dan ook echt een ontzettend mooie beloning."
Ronaldo en Ibrahimovic
Tegenwoordig speelt de back bij Udinese, de huidige nummer dertien van Italië. Hoewel hij door de jaren heen tegen veel mooie namen heeft gespeeld, mocht hij het dit seizoen opnemen tegen spelers als Cristiano Ronaldo en Zlatan Ibrahimovic. Het zijn ervaringen die zijn carrière nog een extra glans gaven in de afgelopen maanden.
"Het is natuurlijk elke keer wat anders geweest in mijn loopbaan. Ik ben begonnen bij Ajax en heb daarna in de mooiste competities gespeeld, tegen de mooiste clubs en de grootste namen. Ik heb denk ik alles wel mogen ervaren. Over het algemeen kijk ik enorm tevreden terug."