Hij speelde in vijf seizoenen 133 wedstrijden in Ajax 1. Dit seizoen is Pienaar de assistent van O18-trainer Dave Vos. ''Ik heb mooie jaren bij Ajax gehad'', kijkt de oud-speler terug op zijn actieve periode als Ajacied. Pienaar zal de successen tussen 2002 en 2006 niet snel vergeten.
''We werden twee keer kampioen, wonnen twee keer de beker en één keer de Johan Cruijff Schaal. Ik was Talent van het Jaar. Ik voelde altijd de waardering van het publiek. Dat was altijd mooi en die herinneringen blijven altijd.''
Publiekslieveling
Dat hij uitgroeide tot een publiekslieveling, is gezien zijn gedachtegang niet heel opmerkelijk. ''De wisselwerking met het publiek was mooi. We gingen volle bak en met flair de strijd aan. De mensen betalen ook veel geld om er te zijn, dus moet je ook af en toe een trucje uit het doosje halen.''
Voor het zover was, had Pienaar al een flinke route afgelegd. ''Ik zat op de School of Excellence (in Zuid-Afrika, red.) en er kwamen trainers van Ajax. Ik mocht stage lopen in Amsterdam. Dat vond ik zo mooi. Maar ik ging wel terug naar Zuid-Afrika, want de eerste stage lukte niet. Ik heb school eerst afgemaakt. Daarna kreeg ik een nieuwe uitnodiging. Dat leverde een contract op bij Ajax Cape Town.''
Sneeuw
Via Kaapstad belandde Pienaar alsnog in Amsterdam. ''We hadden met Ajax Cape Town een toernooi in Groningen en daar speelde ik goed. Toen kreeg ik een contractaanbieding voor Ajax. Ik kwam hier in januari 2001 en er lag veel sneeuw. Dat was ik niet gewend. Dat herinner ik me van hoe ik bij Ajax kwam.''
Na een jaar hard werken bij de beloften van Ajax, volgde op 24 februari 2002 zijn debuut. In de uitwedstrijd tegen NAC (0-1-winst) kwam hij na rust in het veld. ''Ik had dat niet verwacht, want trainer Ronald Koeman was net aangesteld en ik had de dag ervoor al een hele wedstrijd gespeeld. Ik stond te trillen aan de rand van het veld. Daar was mijn kans na een jaar keihard werken. Dat was mijn mooiste moment.''
'Prima zo'
Nu hij na omzwervingen weer terug is bij Ajax kan hij in de binnenstad rustig over straat. "Ik loop altijd met mijn hoofd naar beneden. Zo ben ik. Als ik mensen tegenkom zeggen ze wel eens: 'je lijkt op Steven Pienaar'. Ze herkenden mij vroeger als snel vanwege mijn kapsel van toen. Het is fijn dat ik nu een ander kapsel heb", lacht hij. "Het is prima om zo door het leven te gaan."