Ajax werd in het laatste jaar onder Erik ten Hag met 83 punten kampioen van Nederland. In de twee – afgemaakte – seizoenen waarin Ajax onder dezelfde trainer kampioen werd, lag het puntentotaal hoger. In 2020/2021 behaalden de Amsterdammers 88 punten. Bij de eerste landstitel onder Ten Hag kwam Ajax uit op 86 punten.
De 83 punten waren genoeg om PSV op achterstand te houden. Daarnaast was het doelsaldo van de ploeg van Ten Hag vele malen beter (+79 om +44). Mede door uitstekend keeperswerk van onder andere Remko Pasveer, die tot zijn blessure een bizar hoog reddingspercentage kon overleggen.
Ajax kreeg in de competitie sowieso maar 19 goals tegen. Ter vergelijking: Feyenoord staat met 34 tegengoals tweede op de lijst van minst gepasseerde verdediging. Ook scoorde Ajax erop los. Met 98 treffers werd de doelpuntengrens van honderd net niet gehaald.
Sébastien Haller werd met 21 doelpunten de topscorer van de Eredivisie. Dusan Tadic was daarin de perfecte aangever. Hij was vijf keer de laatste speler die de Frans-Ivoriaanse spits in staat stelde om te scoren. De Serviër zou in totaal tot 19 assists komen. Naast zijn dertien treffers werd de aanvoerder van Ajax daarmee de meest waardevolle speler van de Eredivisie.
Vanwege het hoge doelpuntenaantal zal het dan ook niet verbazen dat Ajax ook de 'koning van de standaardsituatie is'. De Amsterdammers scoorden 22 keer uit een dood spelmoment, dat is vijf keer vaker dan de nummer twee Feyenoord. Daarnaast kreeg de kampioen slechts twee goals tegen uit een standaardsituatie.
Ajax is voor het doel alleen niet de meest efficiënte ploeg van de Eredivisie. Die titel is voor SC Cambuur. Zestien procent van hun schoten tussen de palen leverde een goal op. Ajax achtervolgt met veertien procent. In totaal gaat het om 98 treffers over 663 doelpogingen. Dat betekent om de vier minuten en 36 seconden een schot op doel.
Late goals
De treffers die Ajax maakte vielen dit seizoen vaak rijkelijk laat in het duel. Als je de wedstrijd opsplits in zes kwarten, dan blijkt dat de ploeg van Ten Hag vooral in het laatste kwart nog wat overheeft ten opzichte van de tegenstander. Ook vorig jaar was dat het geval met 21 treffers in het laatste kwart, maar dit seizoen deden de Ajacieden er nog een schepje bovenop.
Op meerdere vlakken bleek Ajax vrij dominant. Zo had de ploeg van Ten Hag in elke wedstrijd in de Eredivisie het meeste balbezit. In 27 van de 34 wedstrijden steeg het balbezit zelfs boven de 60 procent. Feyenoord staat tweede op het lijstje met dertig keer het meeste balbezit, PSV staat derde met 26 wedstrijden waarin het vijftig procent van de tijd aan de bal was.
Natuurlijk moet je ook wat met het balbezit doen. Nu lijkt het 'logisch' dat Ajax in de thuiswedstrijd tegen SC Cambuur (9-0) de meeste schoten afvuurde. Dit is geenszins het geval. Die wedstrijd komt niet eens voor in de Eredivisie top 10. De thuiswedstrijd tegen RKC Waalwijk (3-2) daarentegen is wel de koploper qua aantal doelpogingen. Hoewel Ajax die dag 'maar' drie keer scoorde, leverde het wel 39 schoten af. Veertien keer vloog de bal ook tussen de palen, maar bleek RKC-goalie Isam El Maach een sta-in-de-weg.
Veel goals in de Johan Cruijff ArenA
Ondanks dat Ajax in het thuisduel met RKC Waalwijk veel schoten nodig had om het net te vinden, hadden de Ajax-supporters dit seizoen in de Johan Cruijff ArenA genoeg reden tot juichen. Zo produceerden de Ajacieden in eigen huis maar liefst 62 doelpunten, waardoor het Amsterdamse publiek in veel wedstrijden goed vermaakt werd. In uitwedstrijden had de ploeg van Ten Hag meer moeite om het doel te vinden. In achttien wedstrijden werden 36 doelpunten gemaakt: dat is wel een gemiddelde van twee doelpunten per wedstrijd.
Dertig spelers droegen dit seizoen bij aan deze succesvolle statistieken. In vergelijking met voorgaande seizoenen is dit aantal relatief gezien aan de hoge kant. Dit komt mede door het keepersprobleem dat gedurende het seizoen ontstond wegens blessureleed. Zo maakten Maarten Stekelenburg, Remko Pasveer, Andre Onana en Jay Gorter minuten onder de Amsterdamse lat. Naast Pasveer en Gorter droegen nog zes andere selectiespelers in het Eredivisie-seizoen 2021/2022 voor het eerst het Ajax-tricot.
In de winterstop keerde Brian Brobbey op huurbasis terug naar Amsterdam. De twintigjarige aanvalsleider verving Haller in de maand januari, omdat de Frans-Ivoriaanse spits op dat moment met zijn land actief was op de Afrika Cup. Hij drukte direct zijn stempel op het spel van Ajax en had weinig minuten nodig per wedstrijd om tot een doelpunt te komen.
Zo blijkt maar weer eens dat dit seizoen meerdere spelers een groot aandeel hebben gehad in het succes van de Amsterdammers. De invallers waren ook van onschatbare waarde. Acht wisselspelers wisten samen tien doelpunten te maken. Het binnenslepen van de 36e landstitel is dus een collectieve prestatie waar de gehele Ajax-selectie trots op mag zijn.
