Het leek voorbestemd dat Huntelaar zou eindigen bij de club waarvoor hij liefst 158 goals aantekende. "Als kleine jongen was ik al gek van Ajax. Ik herinner me natuurlijk het puntertje van Kluivert tegen AC Milan en dat ik op de bank stond te dansen. Als je dan zelf bij Ajax komt te voetballen, maakt dat het nog meer bijzonder. Daarom ben ik ook teruggekomen. Ajax is voor mij de club die staat voor het mooiste voetbal, waar je het meeste plezier aan beleefd. Ik heb altijd alles proberen te geven. Dat het uiteindelijk zo gelopen is, vind ik fantastisch.”
Huntelaar scoorde aan de lopende band voor Ajax. Maar welke treffer zal hij nooit vergeten? "De eerste, voor de beker uit tegen Heerenveen, maar ook die tegen Inter", vertelt de aanvaller. "Eigenlijk weet ik de meeste nog wel."
In de genen
Terwijl hij die laatste zin uitspreekt, kan Huntelaar een kleine glimlach niet onderdrukken. Het maken van doelpunten zit in zijn genen, in zijn DNA. "Het is iets waarmee je altijd bezig bent. Geen obsessie, maar toch wel een soort van drijfveer."
Het dichtst op het netvlies van veel Ajacieden liggen natuurlijk zijn goals van donderdag tegen FC Twente in blessuretijd. "Het juichen, het delen met Onana, dat zijn ook mooie momenten. Er was natuurlijk al een tijdje interesse van Schalke en ik had er al met Andre over gesproken. Op het moment dat ik scoorde, begon ik met rennen en liep ik door tot ik bij Andre uitkwam. Dat zijn de mooiste dingen."
Het komende halfjaar speelt Huntelaar over de landsgrenzen in een poging Schalke voor degradatie te behoeden. "Het zal heel zwaar worden, maar ik hou van uitdagingen. Daar krijg ik energie van. De situatie is heel anders dan bij Ajax, misschien wel in alles tegenovergesteld. Ik krijg daar ook iets meer speeltijd, dan kun je ook meer laten zien in de laatste maanden. Ik zou het mooi vinden als Schalke erin blijft, met Ajax komt het wel goed."