Op die bewuste novemberdag in 1970 speelde Cruijff de verdediging van AZ volledig aan gort. Zijn directe tegenstanders probeerden alles: trekken, duwen en schoppen. Maar er stond die middag in De Meer geen enkele maat op Cruijff.
Tandem Cruijff-Keizer
Bij een 2-0-voorsprong kreeg hij het op zijn heupen. De eerste twee Cruijff-treffers vielen via het tandem Cruijff-Keizer. Zij waren dat seizoen al menig tegenstander te machtig. Na een wat onverwachte tegentreffer van de Alkmaarders pakte Cruijff de de draad weer op en bepaalde hij de eindstand op 8-1. De tweede hattrick schoot hij binnen zes (!) minuten bij elkaar.
''Ja, dat was de eerste keer dat ik zesmaal in één wedstrijd scoorde," vertelde de doelpuntmaker tegen verslaggever Bep van Houdt van het Vrije Volk. Dus vanzelfsprekend ook de eerste maal dat hij twee series van drie doelpunten op zijn naam, schreef. Dat ging de Ajax-vedette boven de pet. ''Nee, het waren geen twee hattricks, het: waren zes doelpunten."
Murw gebeukte AZ-verdediger
De volledig murw gebeukte AZ-verdediger Dick Twisk vatte zijn avond samen bij het dagblad Trouw: "Voor je het wist was Cruijff van je weg. Hij speelde groots. Gelukkig dat er maar één Ajax met een Johan Cruijff rondloopt. Anders zag het er heel somber voor ons uit."
Met zijn zes doelpunten vestigde hij een Eredivisie-record dat 37 jaar zou blijven staan, totdat Afonso Alves hem in 2007 afloste als speler die het meest scoorde in één wedstrijd. Tot dat jaar had alleen Marco van Basten het voor elkaar gekregen om De Verlosser te evenaren. Hij maakte in 1985 zes goals in één duel tegen Sparta.