Team van Toen | Promes over D2: 'Ajacied ben je en blijf je'

team-van-toen-promes-over-d2-ajacied-ben-je-en-blijf-je
team-van-toen-promes-over-d2-ajacied-ben-je-en-blijf-je

Socials

De jeugdopleiding van Ajax heeft vele grote voetballers voortgebracht. In de rubriek Team van Toen besteden we iedere maand aandacht aan een Ajax-jeugdteam uit het verleden. Betrokkenen blikken terug op hun periode in de jeugdopleiding. In deze aflevering: Ajax D2 uit het seizoen 2004-2005.

Promes heeft er zin in, dat is wel duidelijk als het interview start. "Wacht ff, ik stuur deze foto even naar Ouasim Bouy! We gaan zo even kijken wat hij antwoordt, haha!"

‘’De D2 van trainer Sonny Silooy kunnen we met recht betitelen als superkampioen met de maximale score van 66 punten uit 22 wedstrijden'', zo viel te lezen in het jaarverslag van Ajax over het 2004-2005. Promes lacht breed als zijn ogen over de teamfoto rollen.

Ajax D2
''Ja, we hadden écht een goed team! Lesley (de Sa, red.) was supersnel, Joepie (Akihary, red.) juist super technisch. Hij was de kleinste maar de meest technische. Ik ben fan van zulke rasvoetballers. Als hij de bal aan de voet had, dan was hij een lastbak. Hij passeerde iedereen en gaf constant panna’s. Hij was samen met Bouy de meest talentvolle speler. Ouasim was vervroegd doorgeschoven en al vrij groot voor zijn leeftijd. Zijn afstandsschoten waren bizar. Hij schoot alles raak.’’

'Ik weet niet wat het was, maar hij zag wat in me'

‘’Ik ben echt benieuwd waar iedereen terecht is gekomen. Ik weet alleen de voornamen, want achternamen telden toen nog niet. Bouy zie ik regelmatig, ik kwam hem soms tegen als we uiteten gingen. En Stefano (Denswil, red.) spreek ik ook regelmatig.’’

Toen alles nog goed was
Promes wijst naar de foto met de aanvoerdersband. ‘’Ik denk dat ik captain was vanwege mijn grote mond. Als wij rondjes moesten lopen, vroeg ik altijd: ‘waarom?’ Andere jongens begonnen al met lopen voordat de trainer het bij wijze van al gezegd had, maar ik wilde altijd weten waarom. Ik was geen rotte appel, want iedereen mocht mij wel. Ik wist alleen niet wanneer ik mijn mond moest houden.’’

Maar trainer Silooy beschouwde dat als iets positiefs. Hij zag dat de jonge Quincy qua denkniveau verder was dan zijn teamgenoten en geen blad voor de mond nam. De trainer zag het boefje terug in zichzelf, terwijl Promes hem zijn favoriete jeugdtrainer noemt.

Promes: ‘‘Ik weet niet wat het was, maar hij zag wat in me. En ik had ook een zwak voor hem. Hij begreep me en maakte mij aanvoerder. Dat was niet zomaar. Ik gaf iedereen zelfvertrouwen, was echt een Amsterdams straatschoffie. Ik wilde die mentaliteit meegeven, want niet iedereen kwam uit Amsterdam. Niet bang zijn, ook al is de tegenstander een kop groter. Ik ging altijd voorop in de strijd.’’

Zijn ogen blijven even op zichzelf hangen: ‘’’Ja, dit was de meest gelukkige tijd uit mijn jeugd.’’

In 1 klap was alles weg
De trotse Ajacied had het ‘normale’ leven van een jeugdspeler. Hij ontwikkelde zich op technisch gebied en legde de basis voor zijn carrière, totdat zijn ouders besloten hun relatie te stoppen. Het betekende voor de 16-jarige Quincy het begin van een onrustige periode.

‘’Tot dat moment ging alles goed, maar toen mijn ouders uit elkaar gingen had ik daar veel moeite mee. Voor mij was het plaatje in de war. Ik woonde bij mijn moeder, verhuisde van buurt naar buurt, kreeg nieuwe en foute vrienden en kwam in een soort tornado terecht. Eerst was alles rustig en stabiel en in 1 klap was dat allemaal weg. Daardoor werd ik ook bij Ajax onhandelbaar. Ik geef dat niet schuld van mijn vertrek bij Ajax, maar het had wel invloed. En achteraf gezien heeft het feit dat ik weg ben gestuurd bij Ajax mij op een positieve manier aan het denken gezet…’’

‘Tuurlijk was ik boos in die tijd, maar Ajacied ben je en blijf je.’

‘’Door mijn vertrek bij Ajax veranderde ik als mens. Ik besefte me ineens hoe het was om geen Ajacied te zijn. Ik speelde bij de beste jeugdopleiding van Nederland, we werden opgehaald door het busje een hadden alle faciliteiten. Op dat moment vind je dat normaal. Maar als je vervolgens een ander pad bewandelt, dan besef je pas hoe goed je het had. Toen ik vertrok ontstond er een overlevingsmentaliteit om weer aan de top te komen. Daardoor ben ik nu international. Het is voor mij ook bizar om te zien waar de rest van het team is geëindigd. Veel jongens op de foto hadden meer talent dan ik, maar voetbal is meer dan talent.’’

'Shit, het is gelukt'
‘’Ik dacht niet dat ik Ajax 1 ging halen, maar ik bleef er van dromen. Toen ik voor het eerst mijn Ajax-shirt aantrok en de ArenA kwam binnenlopen kreeg ik kippenvel. Als ik dan ballenjongens zie, dan denk ik altijd terug aan toen ik daar zelf zat. Hoe zij naar mij kijken, zo keek ik ook naar spelers als Wesley Sneijder en Klaas Jan Huntelaar.’’

‘’Toen ik werd weggestuurd was de droom weg. Maar nu ben ik volwassen, heb ik het een plek gegeven en het heeft gelukkig positief uitgepakt. Nauurlijk was ik boos in die tijd, maar Ajacied ben je en blijf je. Iedere keer als ik scoor in de ArenA, dan denk ik: shit, het is gelukt!’’

Lees ook: Team van Toen | Daley Blind: ‘Op dit moment is de cirkel rond’
Check ook
: Team van Toen I Juan Castillo: 'Ik was écht een mannetje'

Tekst: Ajax.nl/Sven Koeneman
Beeld: Ajax.nl/Louis van de Vuurst